Historie Stavast

Wij hebben heel bewust de naam "Sta Vast" voor ons veiligheidsadviesbureau gekozen. In de Nederlandse woordenboeken die wij raadpleegden op zoek naar de betekenis van "stavast" kwamen wij niet verder dan sterk, stoer, flink en ferm.

In een artikel uit 2000 van dr. P.C. Spierenburg over de historische context van jeugdgeweld vonden wij enkele interessante aanknopingspunten over "stavast". De schrijver is als historicus werkzaam aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. In zijn artikel beschrijft hij ten eerste dat het vooral jonge mannen zijn die geweld plegen en dat dit voor alle tijden, plaatsen en samenlevingen opgaat. Overal ter wereld. Volgens ons als aanbieders van trainingen weerbaarheid, zelfverdediging en beroepsmatig fysiek optreden heeft dit ernstige implicaties voor de wijze waarop wij vrouwen en kinderen wereldwijd moeten leren omgaan met geweld. Die moeten wij blijkbaar voorbereiden op geweld van vooral jonge mannen. Mannen die over het algemeen groter, zwaarder, sterker, harder, gemener en meer ervaren in het vechten zijn.

Dr. Spierenburg vertelt in zijn artikel dat de uitroep "sta vast!" in het zeventiende en achttiende eeuwse Holland het signaal was voor twee messenvechters om de strijd tegen elkaar te beginnen. Deze mannen waren niet zomaar ferm, flink, sterk, stoer en ongewapend, zij bevochten elkaar met messen op leven en dood. Deze stoere vechters op leven en dood werden "kerels van stavast" genoemd naar het sein waarmee ze hun gevecht plachten aan te vangen. Vechten deed men eerst op de vuist maar daarna al snel met een steekwapen. Op bijna rituele wijze werd zo een gevecht beslist als iemand een snee had of de ander een gevechtsvoordeel had weten te bereiken. Soms met dodelijk resultaat. Een eerbare man was in die tijd een "kerel van stavast" die inbreuken op zijn eergevoel met (soms dodelijk) geweld ongedaan maakte. Zelfs "wisje wasjes" (kleine vijandigheden) waren reden om het mes te trekken. "Wat zijn dat voor wissewasjes?" was een toen gebruikte vraag die vooraf ging aan een gevecht op leven en dood.

Bovendien is het in gevechtstechnische zin interessant voor ons veiligheidsadviesbureau, dat dit artikel verhaalt van het werpen met messen én dat hierdoor een omstander per ongeluk geraakt werd. Dat er door groepen messentrekkers gevochten werd uit groepssolidariteit en om gebieden die toenmalige bendes elkaar betwisten. Zelfs tegen de politie. Dr. Spierenburg vertelt dat onze huidige term "vechten tegen de bierkaai" nog uit deze tijd stamt. Pas na 1800 raakte onze samenleving gepacificeerd en gingen burgers steeds minder messen gebruiken in hun gevechten. Vooral de Amsterdamse rechtbank begon in te grijpen en het idee groeide dat burgers ook weg konden lopen bij geweld vandaan. Bovenstaande wetenschap is helemaal uit onze geschiedenis verdwenen. Niemand weet hier van behalve enkele geschiedkundigen. Terwijl in het huidige Nederland eer, gewapende gevechten en mannelijke stoerheid in ons straatbeeld nadrukkelijk aanwezig zijn. Kleine "wisse wasjes" vormen tegenwoordig een inbreuk op de eer en aanleiding tot een (dodelijk) gevecht. Dr. Spierenburg merkt hierover in zijn artikel het volgende op: "Thans is de meerderheid van de bevolking de omgang met geweld ontwent; rond 1700 lag dat anders".

Wij van Sta Vast Veiligheidsadvies zien het als onze taak Nederlandse burgers opnieuw te leren hoe ze veilig, adequaat en sociaal verantwoord met gevaar, agressie, bedreiging en (dodelijk) geweld moeten omgaan. Wij willen met de keuze van "Sta Vast" tot onze bedrijfsnaam, de herinnering ophalen aan oud-Hollandse tijden waarin Nederlandse burgers nog wel doeltreffend wisten te reageren op gewelddadigheid.